1.60 MR-8 hoge index blauwlichtreducerende lenzen

Zonlicht bevat rode, oranje, gele, groene en blauwe lichtstralen en vele tinten van elk van deze kleuren, afhankelijk van de energie en golflengte van de individuele stralen (ook wel elektromagnetische straling genoemd). Gecombineerd creëert dit spectrum van gekleurde lichtstralen wat wij ‘wit licht’ of zonlicht noemen.

Zonder in ingewikkelde natuurkunde te duiken: er bestaat een omgekeerde relatie tussen de golflengte van lichtstralen en de hoeveelheid energie die ze bevatten. Lichtstralen met relatief lange golflengten bevatten minder energie, en lichtstralen met korte golflengten hebben meer energie.

Stralen aan het rode uiteinde van het zichtbare lichtspectrum hebben langere golflengten en dus minder energie. Stralen aan de blauwe kant van het spectrum hebben kortere golflengten en meer energie.

De elektromagnetische stralen net buiten het rode uiteinde van het zichtbare lichtspectrum worden infrarood genoemd: ze verwarmen, maar zijn onzichtbaar. (De ‘warmhoudlampen’ die je bij je plaatselijke eetcafé ziet om het eten warm te houden, zenden infraroodstraling uit. Maar deze lampen zenden ook zichtbaar rood licht uit, zodat mensen weten dat ze aan staan! Hetzelfde geldt voor andere soorten warmtelampen.)

Aan de andere kant van het zichtbare lichtspectrum worden blauwe lichtstralen met de kortste golflengten (en de hoogste energie) soms blauwviolet of violet licht genoemd. Dit is de reden waarom de onzichtbare elektromagnetische stralen net buiten het zichtbare lichtspectrum ultraviolette (UV) straling worden genoemd.